IMG_8174

Wingardium Leviosa

” Dear passengers, we will arrive at our destination in 10 minutes. Bladiebladiebla”. Mijn hart klopt in mijn keel terwijl ik uit het vliegtuigraampje kijk. Zie ik daar al land in de verte? Ja! Waaaauw. Een prachtig witte kustlijn, een diepblauwe oceaan, en ik kan de klanken van Amerikaanse hiphop al bijna horen. Welcome to… MIAMI!

I know, i know, dit klinkt natuurlijk een beetje gek omdat ik in mijn vorige blogs nogal wat heb lopen klagen over het Amerikaanse karakter van de Mexicaanse steden. Maar weet je wat het is, ik HOU van Amerika. Ik hou van de Walmart, de uitbundigheid van de mensen, en alle lekker-klinkende amerikaanse accenten. Alleen dan wel ín Amerika. Niet in een land waar je taco’s, salsa en de spaanse tongval verwacht. 3 jaar geleden was ik al in de USA, en daar heb ik zo ontzettend genoten. Miami was maar 1,5 uurtje vliegen, en het was even fijn iets meer in mijn comfortzone. Ik ben veel beter verstaanbaar, ik val veel minder op als blanke blonde troela, en de natuur is er GEWELDIG. Ik kan lekker een auto huren, de tank volgooien en blijven rondrijden tot ik het beu ben. En daar had ik echt even zin in. 

Dus voor ik het wist gooide ik mijn backpack achterin mijn gehuurde Ford Fiësta op het vliegveld, bond mijn linkerbeen vast aan de binnenkant van mijn autodeur (helpt echt als je moet wennen aan een automaat!) en drukte vol op het gaspedaal, de Miami Highway op. Met zweethanden aan mijn stuur geklemd probeerde ik me zonder in paniek te raken bij mijn eerste hotel aan te komen. Ik had er even niet meer aan gedacht om van te voren ‘verkeersregels Amerika’ te googlen. En om dan meteen full-blown op een 15-baans snelweg MIDDENIN Miami te komen… laten we het er op houden dat ik stiekem een ‘thank you god’ prevelde toen ik eindelijk in de staat van mijn hotel kwam binnenrijden. 

De rest van de 2 dagen liet ik me door een Uber afdroppen op allerlei verschillende plekken in de stad (het parkeren is daar dramatisch), en voelde me met de minuut weer meer mezelf. Ik struinde over Ocean Drive, bekeek wederom vette wall-art, en reed door prachtige wijken met nog meer prachtigere (en dure) huizen. Yes, dit was precies waar ik even behoefte aan had. 

 

(Lees verder onder deze niets- of alleszeggende afbeelding van Miami Beach) 

IMG_8069

Op vrijdag besloot ik een uitstapje te gaan maken naar the Everglades National Park. Een groot natuurgebied/moeras dat bekend staat om hun flink-getande en schubberige inwoners: krokodillen. En wat is het fijn om door deze prachtige groene oase te rijden! Er was geen kip op de weg (wel een aantal doodgereden slangen), de 90’s-flashback-hits op de radio, en een grote glimlach op mijn gezicht. Ik reed bijna over een klein schildpadje heen (ik zag nog net hoe hij z’n kopje naar binnen trok toen ik met grof geweld aan mijn stuur trok om hem te ontwijken), en arriveerde ongeveer een uur na binnenkomst in het park aan het eindpunt: het Flamingo Visitor Centre. Het heeft deze naam gekregen omdat er geen flamingo’s zijn, maar wel krokodillen, manatees en slangen. Amerika-logica. 

Onderweg waren er een aantal prachtige uitkijkpunten waar ik helemaal in mijn eentje stond zonder bereik op mijn telefoon, en ik voor de zekerheid tóch maar niet via dat glibberige houten trapje en moeras-pad naar een ander uitkijkpunt ging. (Ik ben niet zo’n held als ik weet dat er slangen zijn, en ik had al een voorproefje van de grootte van deze devils-from-hell mogen aanschouwen toen ze platgereden op de weg lagen). Mijn dag was volledig geslaagd totdat ik bij het allerlaatste uitkijkpunt precies 6,37 seconden uit mijn auto was voordat ik werd aangevallen. Ik was de hele dag al op mijn hoede en keek bij iedere stap die ik zette eerst minstens 3 keer om me heen of ik geen krokodil, spin, slang of ander brrrrrr-beest zag, maar 1 ding had ik niet verwacht: dat ik aangevallen zou worden door.. VLIEGEN. Ja echt. Vliegen. Na die luttele 6,37 seconden uit mijn auto kwamen ze echt overal vandaan, en begonnen ze flink op de huid van mijn benen, armen en gezicht in te beuken. Maar echt agressief. What the fuck.  Maaiend met mijn armen dook ik mijn auto in, trok de deur achter me dicht, en bleef een aantal minuten doodstil zitten om er zeker van te zijn dat er niet per ongeluk eentje op mijn passagiersstoel mee wilde liften. Die avond viel ik, moe maar voldaan, om 9 uur in slaap en was ik de ochtend daarna klaar voor de volgende etappe van mijn roadtrip: op naar Orlando! 

En niet zomaar Orlando… Universal Studio’s!

Want nadat ik in Mexico tijdens mijn donker-gehumeurde dagen alle 7 boeken achter elkaar had verslonden (totale leestijd in anderhalve week: 92 uur, geen grapje) kón ik deze bestemming niet voorbij rijden zonder eerst een ‘butterbeer‘ te hebben gedronken en al wingardium-leviosa-end door Zweinstein te hebben gelopen. Lang verhaal kort: het was geweldig, ik voelde me een kind in een snoepwinkel en heb letterlijk de hele dag alleen popcorn, frietjes en suikerspinnen gegeten. Ken je dat gevoel van vroeger dat je dacht: “later als ik groot ben ga ik naar een pretpark en ga ik 100 keer achter elkaar in alle attracties die ik wil, en koop ik al het snoep waar ik zin in heb want dan heb ik mijn eigen geld?” Nou dat was dus de samenvatting van mijn dag. 

Om maar even de ‘fast forward knop’ in te drukken, want als ik zo uitgebreid al mijn avonturen in Amerika ga bloggen dan loop ik over een jaar nog achter, vervolgde ik mijn weg de dagen daarna via de zuidkust van Amerika, langs plekjes als Tallahassee, Laguna beach en Pensacola, met prachtige rauwe natuur (ja zelfs of juist in Amerika), witte stranden en bloedrode zonsondergangen. Op 8 november belandde ik in mijn gehuurde Airbnb in New Orleans, een van de meest bizarre steden die ik ooit heb gezien. Maar daarover later meer 😉 

Hasta Luega! Oeps nee sorry, see you later!

 

Klik hier om de volgende blog te lezen.