pexels-daria-shevtsova-1546649

Travel stories – Het rode levenselixer

Bom dia! Alhoewel ik een paar weken geleden niet had durven hopen dat ik nu deze tekst zou typen, is het toch zo: ik zit in Lissabon! Vanaf het bureau waar ik dit nu typ in m’n appartementje heb ik een typisch Lissabons uitzicht: een freaking stijle straat met gekleurde huisjes, kleine balkonnetjes en waslijnen met wapperende onderbroeken.

Het is ongeveer 3 maanden geleden dat ik het besluit nam om dit experiment aan te gaan. Na de ietwat rocky ending‘ van mijn vorige trip naar Costa Rica was ik eigenlijk wel even klaar met reizen. Dacht ik. Maar ergens wist ik ook: dat zal -manon kennende- niet erg lang gaan duren. En ja hoor, na een paar weken kwam die kriebel in m’n onderbuik weer. Ik wilde er weer op uit! Een kleine praktische kanttekening: ‘zij-die-niet-genoemd-mag-worden’ a.k.a. Miss C. Rona maakte dat dit keer de beslissing toch een beetje lastiger werd. Hoewel ik me niet zo wilde laten beïnvloeden en ik het vertik om mijn leven en keuzes door haar te laten beperken, dachten mijn familie en vrienden daar soms toch anders over. “Weet je wel dat je daar Corona op kan lopen?” Jup, maar dat kan in Amsterdam ook (sterker nog, volgens de statistieken is de kans daar veel groter). “Wat nou als er daar een lockdown wordt aangekondigd?” Nou, dan pak ik het eerste beste vliegtuig terug naar Nederland. “Ben je dan niet bang dat er bijna geen toeristen zijn?” Heerlijk toch! Dan heb ik tram 28 helemaal voor mezelf. Ik snap het hoor, het zit in ons menszijn om alle mogelijkheden, opties en gevaren in te schatten en mee te wegen in de keuzes die je maakt. Maar aangezien het nu al 28 lentes lang lukt om mijn eigen beslissingen te maken en mezelf tóch in leven weet te houden mag ik wel van mezelf zeggen dat ik inmiddels een grote meid ben.

Goed, jullie zijn vast niet op deze pagina gekomen voor een lesje ‘luisteren naar je eigen gevoel en niet naar de angsten van anderen’, dus let’s talk some business!

Afgelopen maandag was het dan zover: ik, mijn paspoort en mijn goedgevulde backpack op naar Schiphol! Ik ben van plan een maand weg te blijven. Een maand op vakantie?!? Nee, een maand wonen en werken vanuit Lissabon. Aangezien we nu toch bedreven zijn in Zoom, Teams, FaceTime, Skype en alle andere digitale geneugten van de 21ste eeuw, maakt het niet zoveel uit of ik nu vanuit mijn appartementje in Enschede of vanuit Lissabon aan het werk ben. Drie maal hoera voor ondernemer zijn! Na een heerlijk rustige vlucht van 2,5 uur schrik ik wakker van de stem van de piloot door de intercom (noemen ze dat zo?): the passengers on the left side of the airplane, please look out the window. Isn’t she beautiful? Voor een seconde dacht ik dat hij het over de pastel de nata uit mijn droom had, maar toen ik naar links keek zag ik haar. De prachtige stad Lissabon, aan de rivier de Taag, gebouwd op zeven heuvels en kleurrijker dan elke andere stad die ik ooit heb gezien.

Na een ritje van 30 minuten in de taxi (dat wordt dan 7 euro alstublieft!) kwam ik aan bij mijn appartement, en ik geef mezelf even een schouderklopje. Toen ik mijn accommodatie ging boeken had ik voor dit appartementencomplex twee opties: nr. 202 en nr. 701. De laatste was in oppervlakte wat groter, maar ik had zo’n vaag voorgevoel dat de eerste van de drie getallen de verdieping representeerde. Ik koos voor 202. Geloof me, als ik voor 701 had gekozen had ik even een potje staan janken in de algemene hal toen ik zag dat er geen lift aanwezig was. Dus, ik geef mezelf een schouderklopje en beklim de trappen naar de tweede verdieping. Ik pleur m’n spullen in de kamer, en besluit om meteen op zoek te gaan naar een supermarkt voor een welverdiend flesje rode wijn. En ik moet opschieten, want het is al 21:00 uur en de supermarkten gaan meestal om 21:30 dicht. Na zo’n 8 minuten lopen zie ik in glinsterende neonletters: supermercado. Jackpot! Ik kan de ietwat zoete geur van het rode levenselixer al ruiken, en het water loopt me in de mond. God, wat heb ik zin in een glas wijn. (en voor de mensen die nu meteen het telefoonnummer van Anonieme Alcoholisten voor me opzoeken: don’t bother)

Ik loop met grote stappen de supermarkt in, wil door de klapdeurtjes lopen en zie een grote blonde vent naar zijn mond wijzen. F*ck. Mondkapje. Dat zat nog niet in m’n systeem. Verschrikt laat ik m’n handen door m’n zakken en m’n tas gaan. Nope, geen mondkapje. De man kijkt me boos aan, maakt een handgebaar dat ik op moet rotten en draait zich om. In mijn hoofd maak ik een snelle berekening: als ik heel hard terug naar het appartement ren ben ik nét niet op tijd om mijn mondkapje op te halen. Teleurgesteld wil ik me omdraaien en zie een oud vrouwtje achter de kassa naar me gebaren; ze heeft een mondkapje voor me. Thank god! De geur van rode platgestampte druiven komt me weer tegemoet. Met mijn nieuwe mode-loze accessoire loop ik de supermarkt in en ga op zoek. Aangezien ik ooit op een eerdere reis een fles wijn met een pincet en steakmes heb proberen open te maken omdat er in mijn appartement geen kurkentrekker bleek te zijn ga ik op zoek naar een fles met schroefdop. Dit blijkt makkelijker gezegd dan gedaan, en na 10 minuten zoeken vind ik eindelijk een veel te dure fles rode wijn met schroefdop. Ik gris nog snel even wat Portugese koekjes, een blikje cola zero en een ontbijtje voor morgenvroeg mee en loop met een voldane grijns op mijn gezicht richting de kassa. De items gaan op de band, en van binnen glunder ik bij het idee dat ik zometeen met een heerlijk glas bloedrode druivensap op de bank zit. De caissière pakt de fles van de band, kijkt me verbaasd aan en zegt: no no no. twenty! Verschrikt stamel ik: yes! i am twenty eight! I can show you my passport? Waarop ze haar hoofd schud en wederom zegt: no no no. twenty! Ze wijst naar supergroot en niet te missen pamflet waarop staat dat ze na 20:00 geen alcohol meer mogen verkopen… Que foda!

Een kwartiertje later zit ik weer in mijn appartement, een blikje cola in de hand en een pak koekjes op mijn schoot. De koekjes blijken een soort opgedroogde pure karamel te zijn, en iedere hap die ik neem maakt het moeilijker om mijn kaken nog van elkaar af te krijgen. Ik twijfel nog even of ik het naar beneden gevallen schilderijtje met het karamelplaksel in mijn mond weer aan de muur zal proberen vast te lijmen, ik doe mijn ogen dicht, neem een grote slok cola en zucht een keer diep. God, wat ben ik toch ongelofelijk dolgelukkig. En na een half uurtje beeldhouwen-voor-beginners met mijn tandenborstel val ik met een big smile van oor tot oor in slaap.

Tot de volgende!