pexels-pixabay-416726

Travel stories – Surfdudes en slangen

Hola! Como estas?

Sinds ik wist dat ik naar Costa Rica zou gaan reizen ben ik begonnen met het oefenen van spaans. Gewoon simpel, via zo’n appje op je telefoon. Het leek me wel handig om wat zinnetjes spaans te kunnen, aangezien ze hier niet echt bekend staan om hun engelse skills. Maar het appje houd natuurlijk een bepaalde volgorde van woordjes leren aan, waardoor ik nu wél weet hoe ik in het spaans ‘Het secretariaat verstuurd de brieven op maandag’ kan zeggen, maar niet ‘Waar kan ik de supermarkt vinden?’. Ook bereid het appje je niet voor wat er gebeurd nádat je op je allerbeste steenkolen-spaans hebt gevraagd om een glas jus d’orange. Dat is namelijk… dat mensen dan terug gaan praten. Ik zet mijn beste ik-snap-het-niet-blik op en al snel blijkt dat het nog helemaal niet zo slecht gesteld is met het niveau engels hier 🙂

Heb je het vorige verhaal van de Costa Rica-serie gemist? Klik dan hier. Goed, even terug naar waar ik in het vorige verhaal was gebleven; mijn aankomst in Puerto Viejo. Na een stevige douchebeurt plofte ik me neer met mijn e-reader en een welverdiende Corona (biertje he, niet het virus) in het restaurant. Ik at de beste chickenfingers met aiolie die ik ooit heb gegeten, en waagde het zelfs nog even tot een zwempje. ‘S avonds kwam Steven me welkom heten onder het genot van nog een (of twee, of drie) corona’s en dook ik mijn bed in. Letterlijk dook, want er lag een dode tor op de grond die ik wilde ontwijken.

De volgende ochtend werd ik om half 6 wakker van een oorverdovend geluid. Maar echt. Heul hard. Alsof er twee dinosaurussen op mijn balkon stonden te paren. Je ziet ‘m al aankomen; het waren geen dinosaurussen. Maar wat het wel was… op dat moment had ik geen idee. Met een hartslag van over de 200 rende ik naar de badkamer en pas na een kwartier durfde ik te kijken. Nog steeds geen dinosaurussen. Het kwartje viel; Steven vertelde me gisterenavond wat over brulapen. Klik hier, en scroll even door naar 1 minuut 25. Dat dus. Mysterie opgelost.

Na een heerlijk vers ontbijtje besloot ik naar het strand te lopen. Omdat mijn brulaap-wekker dus zo vroeg af ging kwam ik om 7 uur sochtends al op het strand aan. Er was helemaal niemand, de zon ging net op, ik rende het strand op en heb even 5 minuten een rituele geluksdans uitgevoerd. Toen er een paar knappe surfdudes van hun fietsen stapten om de zee te gaan trotseren heb ik me neergeplofd op mijn handdoekje en genoot ik vanachter mijn zonnebril van het mooie uitzicht. En dan heb ik het niet alleen over de natuur en de zee… (kuch surfdudes kuch). Na even ultiem te hebben genoten sprong ik in een taxi naar het Jaguar Rescue Centre. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden hebben ze er geen jaguars, maar wel; luiaarden, brulapen (daar zijn ze weer), toekans en krokodillen. Oh ja, en slangen. Maar toen we tijdens de tour bij deze devils-from-hell  waren beland heb ik even in een hoekje zitten huilen. Het mannetje wat ons rondleidde vroeg nog of er mensen bang waren voor slangen. Voorzichtig stak ik mijn hand in de lucht, en hoorde de legendarische woorden: ‘you’ve picked the wrong country Chica’. I know, i know. Ik hoop gewoon echt tot in elke vezel van mijn lijf dat ik er geen tegen ga komen in ‘het echie’. Ik ben bang dat ik dan weer heel snel op San Jose International Airport sta met een ticket in mijn hand.

Na een inspirerend bezoekje aan het Rescue Centre liet ik me weer afdroppen in mijn hotel, heb ik wat boodschapjes gedaan in een lokaal supermarktje, en klap ik mijn laptop open in mijn hangmat. Mét een Corona natuurlijk. Tijd om even wat achterstallig onderhoud aan mijn mailboxen te gaan wegwerken, ik ben natuurlijk maarliefst 48 uur uit de lucht geweest. Zoals je intussen hebt gemerkt aan de lengte van deze en de vorige blog heb ik een beetje last van werk-ontwijkend-gedrag. Dus als jullie nu allemaal even laten weten hoe blij jullie zijn met de tijd die ik hierin heb gestopt, voel ik me vast wat minder schuldig 🙂 Buenos dias!