pexels-tom-fisk-2606532

Travel stories – Adem in, adem uit

Hola amigos y amigas!

Zo, dat is alweer even geleden. Mijn vorige verhaal typte ik vanuit mijn heerlijke hangmat op het balkonnetje in Selina, Puerto Viejo. Gewoon even genieten van het weer, de prachtige omgeving, de voorbijvliegende libelles en de romantische spaanse taal. Zondags vertrok ik naar Playa 506, waar ik de groep ontmoette waar ik de komende anderhalve week mee zou gaan doorbrengen. Allemaal met hetzelfde doel: werken aan onze bedrijfsideeen, vanaf een idyllische plek aan de caribische zee. En wat een snelkookpan was dat zeg! Buffelen van ’s ochtends 07:00 tot ’s avonds 21:00, met uiteraard af en toe een duik in het water en een heerlijke taco kip, salade of een portie patattekes. Ik merkte dat het me veel energie kostte om alles te verwerken, en ook alle nieuwe ideeen die er ontstonden een plekje te geven. Mét een flinke dosis hernieuwde energie, dat wel. Later vertel ik daar vast meer over, maar voor nu houd ik het even bij de bijzondere momenten die ik in die anderhalve week heb meegemaakt.

 

Heb je het vorige verhaal in de Costa Rica-serie gemist? Klik dan hier.

Allereerst P. en M., twee geweldige vrouwen die samen kunnen vloeken als bootwerkers. Op z’n hagenees dan. De vleeswaren en lichaamsdelen vliegen over de spreekwoordelijke toonbank, en af en toe druk ik mijn oren dicht om te voorkomen dat ik niet in mijn broek pis van het lachen. En dan hebben we nog mannelijke M., die met de groep mee is om alles op beeld vast te leggen. De mensen die mij kennen weten dat ik niet zo’n enorme fan ben van camera’s. In ieder geval niet als ze mij vastleggen 🙂 Maar met zijn luchtigheid en enorm droge humor lachen we alle zenuwen weg en maakt hij een meesterwerkje voor ons. Ik kan niet wachten. En dan hebben we nóg een M., om het (niet) gemakkelijker te maken. Een geschenk om bij ons in de groep te hebben, en een kunstenaar als het gaat om hout bewerken. Dan nog R.: een 90-kilo spierbundel met een klein hartje én een flinke dosis zelfspot. En uiteraard Steven en Diana, die dit hele groepje gekken bij elkaar hebben gebracht in Costa Rica. Twee rasondernemers, een powercouple en met zo’n mooie visie op de wereld. Ik gun iedereen een Steven en Diana in hun leven. (Hint: wonderlijkwerken.nl).

Goed, dat was even een klein voorstelrondje. Er is nog zoveel wat ik ieder van hen zou willen zeggen, maar ook dat komt vast nog later. Ik spring even een paar dagen vooruit naar afgelopen weekend. Want. Dat is het moment waar ik al weken naar uit keek én tegenop zag. Een tweedaags raftingavontuur midden in de jungle van Costa Rica. Ik zal even beginnen met een kort zijspoortje.

Het is ergens in de zomer van 2008 denk ik. Ik ga met mijn ouders en broertje naar een camping in Frankrijk. Als we aankomen in onze stacaravan ren ik naar de deur van ‘mijn’ kamer, trek ‘m open, en slaak een hartverscheurende gil. Er zit een sprinkhaan op mijn bed. OP MIJN BED. Geen wurgslang, geen spin ter grootte van een pannenkoek, geen enge bosjesman.. Nee. Een sprinkhaan. Manon in paniek, rent naar buiten en springt in één beweging in de auto en komt daar de rest van de week niet meer uit. Letterlijk, ik sliep een week op onze achterbank.

Oké, weer even terug naar het tweedaagse raftingavontuur. Want na dit zijspoortje begrijp je vast waarom ik er dus een ‘beetje’ tegenop zag. Maar, praatte ik mezelf toe,: YOLO. Als je dit nú niet doet, dan heb je later echt spijt dat je niet bent gegaan. Dus. Daar ging ik. In een raft over een wildwaterrivier met een zakje kalmeringspillen in mijn hand. Na een onwennige eerste 10 minuten had ik de smaak te pakken en zoefden we over het water en door stroomversnellingen. Ondertussen genietend van de prachtige omgeving, de dichtbeboste jungle en het heerlijke koele water. We zagen meerdere toekans vliegen, bloemen die ik nog nooit van mijn leven heb gezien en de prachtige blauwe vlinders die straalden in de zon. Na zo’n 5 uren raften kwamen we aan op onze bestemming: de ecolodge. MIDDEN in de jungle, aan de rivierkant, een hemels plekje op aarde. En zonder telefonisch bereik en wifi. Helemaal noppes. God, wat heerlijk. De gids zou ons wel even rondleiden over het terrein, en vol goede moed stapte ik achter hem aan. Na de goedkeurende knikjes en ‘wauws’ over onze kamer en het gezamenlijke zitgedeelte wilde hij ons de hangbrug laten zien. Maar toen begon het, want daarvoor moesten we een stukje door de jungle. Al hyperventilerend probeerde ik het een stukje, maar na 3 keer opschrikken van geritsel in de struiken draaide ik me om en rende voor mijn leven. No freaking way.

 

Bijgekomen van de schrik genieten we ’s avonds van een heerlijk diner with some candles and moonshine, en duik ik op tijd in mijn prachtige bedje om een volle 10-uur-slaapmarathon te houden. Want al die gebroken nachten en vroege wekkers gaan je niet in de koude kleren zitten (of warme in dit geval). De volgende ochtend eten we ons ontbijt en nodigt de gids ons uit om naar de waterval te gaan. Maar ja: daarvoor was er weer een fijn hikje door de jungle benodigd. Ik raap al mijn ballen die ik kan vinden bij elkaar en besluit om mee te gaan. De waterval zou het waard zijn, zei de gids. Ik fluister hem wel nog even in dat ik echt heel erg bang ben voor slangen, maar hij stelt me gerust dat hij de anaconda’s die hier leven nog nooit heeft gezien. HAHA. Nou. Ik voel me echt stúkken beter. Vol goede moed gaan we op weg. We volgen het pad en gaan door het poortje dat de lodge van de jungle scheid. We lopen zo’n 20 meter, en meteen stopt de gids. “Manon, please follow my steps. Go to the right”. In mijn ooghoek zie ik een bruingroen kronkelend gevaarte op me af komen. Mariette-god-wat-hou-ik-van-die-vrouw pakt me bij mijn schouders en zegt: kijk me aan. Adem in, adem uit. Adem in, adem uit. You can do this babe. Denk aan de waterval. Al huilend als een baby hap ik naar adem. Oke: adem in, adem uit. Ik zie de gids met een stok de slang in de bosjes zetten, en ik focus me op Mariette. Na zo’n 3 minuten daalt mijn hartslag, drogen mijn tranen op en begin ik zelfs een beetje te lachen. I CAN DO THIS. Het is nu of nooit. We lopen verder, over boomstroken, trapjes, langs prachtige groene planten en rode bloemen, achtervolgt door hordes met vlinders in alle kleuren van de regenboog. Ik kijk nog schichtig om me heen, maar elke keer als ik van achter mij hoor: “MANON SCHOUDERS OMLAAG EN ADEMHALEN”ontspan ik een beetje meer. En dan staan we ineens bij de waterval. Ik kan niet uitleggen hoe dit voelde. Een kraakhelder blauwe waterpoel met een enorm hoge waterval en serene rust. We staan allemaal even stil om dit cadeau uit de natuur in ons op te nemen. Ik sta achteraan, trek stil mijn bovenkleding uit, loop naar de waterval en maak een gracieuze duik in het water. WAUW!

Hasta Mañana amigos!