pexels-david-mcbee-1546166

Ontheemd

We zaten aan een tafel in het restaurant van hotel Selina in Puerto Viejo, Costa Rica. Ik had net een biertje besteld, want mijn kipsaté op een bedje (of zeg maar gerust berg) van walnoten was net gebracht door de ober. We kletsten wat, lachten nog meer, en een aantal van ons zaten wat te prutsen op hun telefoon. Tot ik ineens wat voelde trillen. Ik keek op en scande met mijn ogen langs de mensen aan de tafel. Volgens mij wordt er iemand gebeld. Maar dan heel hard. Jezus, wat wordt er iemand hard gebeld. En voor ik het besefte hoorde ik Steven roepen: “AARDBEVING!” De tafel trilde, het bestek tikte onheilspellend tegen de zijkant van mijn bord, en 6 paar grote ogen keken elkaar ietwat geschrokken aan. Onze wereld was letterlijk even op haar grondvesten aan het schudden. En net zo snel als het gekomen was, was het ook weer weg. Verdwaasd en in de war keek ik om me heen. Was dit zojuist écht gebeurd? Geen omgevallen glazen, de muziek speelt door en er stonden stelletjes op de dansvloer die nog steeds in elkaars ogen leken verdrinken. En ik voelde me toch een beetje gek. Een beetje ontheemd.
 
Fast forward naar pakweg 2 weken later. Het moment waarvan jullie ‘m vast zullen herkennen uit de vorige verhalen: het moment dat ik me besefte dat ik misschien niet meer naar huis kon vanuit Costa Rica. Een beetje heimwee, een snufje claustrofobie en een eetlepel paniek. Een recept voor ook weer hetzelfde gerecht: het gevoel van ontheemd zijn.
 
Weer even doorspoelen naar pakweg 4 weken later: nu. Een enorme pandemie die door de wereld raast, die de gehele wereldeconomie stillegt, die mensenlevens in gevaar brengt, en die ons leven zoals we dat kenden volledig opschud. Onze wereld wordt misschien wel nooit meer zoals hij was. En ineens besef ik me: ik voel me alweer een beetje ontheemd. Ontheemd. Ik heb in de afgelopen weken een aantal keren dit woord toebedeeld aan een onderbuikgevoel, in 3 verschillende scenario’s, maar ik heb eigenlijk geen idee wat het precies betekent. Even googelen leert me: ont·heemd(bijvoeglijk naamwoord) uit de vertrouwde omgeving verjaagd of weggevoerd. Heem betekend: thuis, of het gevoel van ‘thuiszijn’.
 
Maar wat betekent ‘thuiszijn’ precies? En wat betekent dat voor mij? Of voor een ander? En wat is dan het verschil? Hoe kan iemand zich thuisvoelen in een stacaravan in Lutjebroek, zonder kroost of dier, terwijl een ander zich alleen thuisvoelt in een villa van achteneenhalve-ton in Blaricum, een plastic chirurg op speeddial en een harem van vrouwen om zich heen? (No offense!) En als je die twee van plek zou wisselen, waarom worden ze dan allebei gillend gek? En hoe kan het dat je enorm zin hebt in ‘thuis’ als je na een lange dag werken in je auto stapt, maar dat je er enorm tegenop kan zien om weer naar huis te gaan na een geweldige vakantie? Is ‘heem’ op vrijdagavond samen met je lief en een XL-zak paprikachips en je broeksknoop open op de bank zitten terwijl je naar The Voice Of Holland kijkt? Of is het ’s ochtends een kop koffie zetten en tóch nog even een half uurtje terug in de warmen dekens van je bed ploffen? Of is het de warme glimlach van een moeder die haar kind verwelkomt en ‘wat lust je vanavond te eten lieverd?’ vraagt. Hoe meer ik antwoord probeer te geven op mijn eigen vragen, hoe meer vragen er eigenlijk weer oppoppen. Ik voelde me niet ontheemd in Costa Rica terwijl ik mijn huis, spullen, kat en vriend niet in mijn backpack had zitten. En ik voel me niet ontheemd nu ik weet dat ik over een paar maanden op een andere plek zal wonen, terwijl ik nu nog niet weet waar dat precies gaat zijn.
 
Ik denk dat ik maar eens ga proberen om dat ‘thuiszijn’ in mezelf te zoeken. Thuiszijn in mijn eigen hoofd en lijf. Ongeacht de randvoorwaarden. Ongeacht of ik met mijn voeten op een tropisch eiland sta, achter een husky-slee in Lapland hang of onderweg in de auto op weg naar werk kei-hard meeblèrend op Adèle over de A35 rijd. Met of zonder geliefde, kroost, kat of huis. Want als je dát kan, je thuisvoelen in je eigen hoofd en lichaam, dan is dat misschien wel een van de voorwaarden van ‘geluk’kig zijn. “Home is where the heart is”, blergh, die vervloekte tegeltjeswijsheden toch ook altijd…