Wanneer ik mezelf de vraag stel: ‘op welke momenten voel ik me eigenlijk het meest gelukkig?’ dan is het antwoord steevast: wanneer ik op reis ben. Kan ik daaruit concluderen dat reizen gelukkig maakt? En wat maakt dat ik me gelukkiger voel op reis? Is het de zon die zorgt voor de aanmaak van Vitamine D, of liggen er andere redenen aan te grondslag? In dit blog deel ik 7 redenen waarom reizen invloed heeft op jouw geluksgevoel.
1. Kom uit je dagelijkse ritme
De meest voor de hand liggende reden waarom op reis gaan jouw geluksgevoel beïnvloed is natuurlijk het loskomen uit je dagelijkse ritme. We kennen vast allemaal de stressmomenten van de dag: volle agenda’s, kinderen die bijna te laat komen voor school, die belangrijke salesmeeting die je nog niet hebt voorbereid, en ga zo maar door. Een vakantie of een reis is een onderbreking van de dagelijkse sleur en drukte. Je hebt hoogstens een reisschema (tip: probeer überhaupt zo weinig mogelijk te plannen!) maar je kunt elke dag opnieuw bepalen hoe laat je jouw bed uitstapt, eten wanneer je honger hebt en lekker ‘niksen’ tijdens de momenten daartussen. Even het loslaten van de dagelijkse gang van zaken en het alsmaar doorjagen is een ontzettend goede manier om voor jezelf te zorgen. Ap Dijksterhuis (auteur van het boek ‘Wie niet reist is gek’) geeft aan dat hoe groter de afstand naar de bestemming is, en hoe langer de reis duurt, hoe beter je kunt ontspannen. Maar ook een weekendje Brugge dichtbij huis kan al een fijn oplaadmoment zijn.
2. Genieten van schoonheid
Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: “ik ga naar land X omdat het me daar zo ongelofelijk saai en lelijk lijkt”. In principe ga je op reis om mooie nieuwe dingen te ontdekken. Of je nu een bergen-mens of strand-aanbidder bent, en of je liever de sneeuw opzoekt dan dat je de hele dag wil bakken in de zon, je kiest een bestemming omdat je daar bepaalde dingen wil zien of meemaken. Dingen waar je blij (en dus even gelukkig ;-)) van wordt. Probeer op die momenten ook echt te genieten van de omgeving waar je bent. Leg je telefoon of fotocamera aan de kant en neem de tijd om in je op te nemen wat je ziet. Het is ontzettend jammer als je aan het einde van je reis via je fotocamera moet terugkijken wat je eigenlijk allemaal hebt gezien. Maak liever een paar mooie mentale foto’s!
3. Reizen en vrijheid
Soms, als ik in een komende periode geen reis heb gepland, pak ik de trein en ga ik even naar Schiphol. Als er érgens een gevoel van vrijheid ontstaat is het voor mij op die plek. Je hebt daar letterlijk het gevoel dat de wereld aan je voeten ligt, en eigenlijk is dat ook zo. Schiphol kan het startpunt zijn van een reis naar élke plek in de wereld. Maar ook tijdens een reis ervaar je dit gevoel. Ga ik vandaag naar links, of ga ik naar rechts? Blijf ik hier, of reis ik verder naar het volgende dorpje? Ga ik vandaag cultuur snuiven of een avontuurlijke trektocht boeken? Alles kan! En het gevoel van vrijheid, dat je zelf kunt bepalen waar je heen gaat, is toch het ultieme gevoel van geluk?
4. Bekijk het eens van de andere kant
Wanneer je op reis gaat naar een ver land kom je waarschijnlijk ook in aanraking met een andere cultuur. In Amerika en Australië valt dit waarschijnlijk wel mee (alhoewel, Amerika was voor mij een toch even een tough cookie), maar is Vietnam of Namibië jouw bestemming, dan zal je even flink moeten schakelen. Je komt in contact met een totaal andere manier van leven en zienswijze. De welbekende cultuurshock is daar een bijzonder gevolg van. En dit is een unieke kans om met een open blik en nieuwsgierigheid te kijken naar de mensen die je daar ontmoet. Probeer de mensen of hun gebruiken niet te veroordelen, maar vraag jezelf oprecht geïnteresseerd af of je iets van ze kunt leren. Het kan je enorm helpen om je horizon te verbreden en jouw eigen vastgeroeste visie of vooroordelen weg te nemen. En die nieuwe inzichten stop je fijn weer in je koffer of backpack als je naar huis gaat.
5. Ik denk niet dat ik het kan
Iedereen die fervent reiziger is herkent vast een soortgelijke situatie: je staat bovenaan een waterval, maakt een selfie, en PLONS. Voor je het weet is jouw telefoon zwemles aan het volgen in de blauwe lagune onder je. Of je pakt een taxi naar het busstation en onderweg blijkt dat de plaatselijke marchingband heeft besloten een optocht te houden waardoor er een enorme file is ontstaan. Of in een extremer geval: je zit door een lockdown vast in Costa Rica. Je wordt bestolen, je verliest jouw paspoort, het hotel is overbooked en je loopt ’s nachts door de straten van Bangkok op zoek naar een slaapplaats, wát het dan ook is; uiteindelijk komt het goed. Maar als je van te voren zou weten dat deze situatie zich zou gaan voordoen, zou je de schrik om het hart slaan. Holy shit, wat moet ik dan? Ik heb geen idee hoe ik dat moet oplossen! Reizen leert je dat er altijd wel een oplossing is of dat je het wel aankunt. Je bent altijd weerbaarder dan dat je zelf denkt, en je kunt meer aan dat je van te voren zou bedenken. Misschien voel je je op het moment suprême even erg ongelukkig, maar een inkoppertje: what doesn’t kill you makes you stronger. Als je daar niet (achteraf) een happiness-boost van krijgt!
6. Heimwee en fernweh
Het begrip ‘heimwee’ is voor ons Nederlanders niet onbekend. We hebben het geleend van onze Duitse oosterburen en nooit meer teruggegeven. Maar de tegenhanger daarvan is wat minder bekend: fernweh. Een drang of verlangen naar het onbekende of datgene wat ver weg is. Mensen die erg veel last hebben van heimwee zullen zich écht niet gelukkiger voelen op reis, en mensen die extreme ‘fernweh’ hebben zullen in een jaar waarin ze niet kunnen reizen zich ook een tikkeltje gefrustreerd voelen. Maar een lichte dosis van een van beide begrippen is niet zo schadelijk. Sterker nog: hoe fijn is het om weer thuis te komen na een lange reis, je eigen schoongewassen lakens op het bed weer te voelen, je familie weer te omarmen of even over de buik van je te dikke huiskat te aaien? Weggaan herinnert je er ook weer aan hoe fijn het is om (gelukkig) weer thuis te zijn.
7. Where are you from?
Een veelgehoorde vraag wanneer je niet in Nederland bent. Of het nu de Costa Ricaanse taxichauffeur is die behalve deze vraag geen Engels spreekt, of dat het een van de Thaise schoolkindertjes is die je achterna rent omdat je obvious een toerist bent door jouw witte melkbenen, het feit dat je even ‘uit de toon’ valt is vaak een reden voor mensen om een gesprekje aan te knopen. En niet alleen de locals zien je als prooi voor een chitchat over het weer, maar ook (vooral alleenreizende) medereizigers proberen hier en daar een gesprekje aan te knopen of een activiteitenmaatje te vinden. Je doet nieuwe contacten op met andere mensen (ook al is dat dan door het gebrek aan wifi en wat beters). En als je heel eerlijk terugdenkt aan vorige reizen; wat zijn de momenten die je het meeste zijn bijgebleven? Natuurlijk is het te gek dat je uit een vliegtuig sprong in Dubai, of een bijzondere tempel in Nepal bezocht, maar de connecties die je onderweg hebt gemaakt zorgen vaker voor een blijvende impact op de langere termijn. En als je een beetje geluk hebt houd je er nog een verre vriend aan over.
